De bedrijfsopvolgingsregeling in de schenk- en erfbelasting (BOR) en doorschuifregeling in de inkomstenbelasting (DSR) ondergaan ingrijpende veranderingen in 2025 en 2026, die grote impact hebben op ondernemers die een bedrijf willen overdragen. Deze fiscale regeling, die bedoeld is om bedrijfsoverdracht binnen families te vergemakkelijken, wordt versoberd om belastingvoordelen te beperken.

Wat verandert er precies?

Per 2025:

  • Aanpassing vrijstelling: Het vrijgestelde bedrag voor bedrijfsoverdracht wordt aangepast. Voor een waarde van een onderneming tot € 1.500.000 (2024: € 1.325.253) geldt dan een vrijstelling van 100% en voor het meerdere een vrijstelling van 75% in plaats van 83% in 2024. Er zal nu een kleiner deel belastingvrij overgedragen kunnen worden. Zo hebben kleinere ondernemingen meer profijt van de BOR.
  • Afschaffing doelmatigheidsmarge BOR: De 5%-doelmatigheidsmarge houdt in dat eventueel aanwezig beleggingsvermogen tot een maximum van 5% van het ondernemingsvermogen, toch kwalificeert voor de BOR en DSR. Vanaf 1 januari 2025 kan de BOR in zijn geheel niet meer worden toegepast op beleggingsvermogen. Voor de DSR wordt verwacht dat dit ook gaat wijzigen.
  • Afschaffing dienstbetrekkingseis DSR en invoering minimumleeftijd BOR en DSR: De dienstbetrekkingseis voor de DSR wordt afgeschaft. Bedrijfsopvolgers hoeven niet meer minimaal 3 jaar in het bedrijf te werken. Een kind dat nog niet werkzaam binnen het bedrijf is, kan direct gebruikmaken van de BOR. In plaats van de dienstbetrekkingseis kent de DSR en BOR vanaf 1 januari 2025 wel een minimumleeftijd van 21 jaar. Dit geldt alleen bij schenking, niet bij vererving.
  • Versoepeling voortzettingseis: de voortzettingseis is gewijzigd van 5 naar 3 jaar voor een bedrijf dat je na 1 januari 2025 krijgt. Dat betekent dat degene die het bedrijf geschonken krijgt 3 jaar door moet gaan met de activiteiten van het bedrijf dat je krijgt. Daarnaast wordt het ook makkelijker om voor een andere rechtsvorm of samenwerking kiezen.

Per 2026:

  • Aanpassingen bezitseis: De bezitseis houdt in dat de ondernemer die zijn onderneming schenkt of nalaat bij overlijden deze onderneming gedurende een bepaalde periode moet hebben gedreven, om het ondernemingsvermogen onder de BOR te kunnen overdragen. In het geval van een schenking geldt een periode van vijf jaar. In het geval van vererving een periode van één jaar. Deze termijnen blijven ongewijzigd. Echter worden er wel versoepelingen aangebracht in de voorwaarden. Bepaalde herstructureringen tijdens de bezits- en voortzettingsperiode leiden vanaf 1 januari 2026 niet tot een nieuwe bezits- en voortzettingstermijn. Een belangrijke voorwaarde is dat de herstructurering niet leidt tot een verschuiving van vermogen tussen de schenker, erflater of verkrijger.
  • Evaluatie en toezicht: Er komt meer controle op het gebruik van de BOR om misbruik tegen te gaan en te verzekeren dat de regeling alleen wordt toegepast op echte bedrijfsopvolgingen.

Wat betekent dit voor ondernemers?

Ondernemers die een bedrijfsoverdracht overwegen, doen er goed aan om zich tijdig voor te bereiden. Het inschakelen van een adviseur wordt nog belangrijker om de belastingdruk te minimaliseren. De wijzigingen beogen een evenwicht tussen belastinginkomsten en het faciliteren van familiebedrijven. Hoewel de regeling minder gul wordt, blijft het doel om bedrijfsoverdrachten haalbaar te houden binnen familieverband. Ondernemers moeten anticiperen op strengere voorwaarden en mogelijke hogere kosten. Overweeg je (op korte termijn) je onderneming over te dragen aan de volgende generatie? Wij overleggen graag met je wat de mogelijkheden zijn.

Vragen? Neem contact met ons op

Jurre van Dijk, mail mij